Stichting Het Begint met Taal
Doelstelling
Taal opent deuren, maar voor 700.000 anderstaligen in Nederland is taal juist een barrière. Zonder taal is het lastig om contact te maken, goed te functioneren op het werk en je thuis te voelen. Het Begint met Taal helpt anderstaligen door wekelijkse taalontmoetingen te faciliteren. Zo oefenen ze Nederlands in gesprekken, bouwen ze zelfvertrouwen op en vergroten ze hun netwerk, wat hun kansen in de maatschappij versterkt.
De organisatie is lid van de brancheorganisatie Goede Doelen Nederland en heeft de intentie om binnen een jaar de CBF Erkenning aan te vragen.
Activiteiten
Het Begint met Taal helpt anderstaligen met het spreken van de Nederlandse taal op de werkvloer via Taalbuddy’s op het Werk, online via Kletsmaatjes en in de buurt via één van de ruim 300 taalvrijwilligersorganisaties.
Is deze organisatie actief in gemeenten?
In elke gemeente kunnen anderstalige inwoners gebruikmaken van taalcoaching. Dat kan via taalontmoetingen dichtbij huis, zoals taalcafés en andere lokale taalactiviteiten, maar ook online via Kletsmaatjes.
Stichting Het Begint met Taal speelt hierin een belangrijke rol. De stichting biedt materialen, trainingen, advies en een landelijk netwerk van bibliotheken en lokale organisaties, die kennis en krachten kunnen bundelen. Daarnaast adviseert Het Begint met Taal gemeenten over vrijwillige inzet als onderdeel van taalbeleid.
Op deze manier verbeteren het informele taalaanbod en de begeleiding van taalvrijwilligers, zodat anderstalige inwoners sneller mee kunnen doen.
Gemeente Rotterdam en Stichting Het Begint met Taal versterken inclusie met Taalbuddy’s
Taalbuddy’s op het werk is een programma van Stichting Het Begint met Taal dat anderstalige medewerkers ondersteunt bij hun start op de werkvloer door ze te koppelen aan een Nederlandstalige collega.
Bij de gemeente Rotterdam werd jobcoach Mohammed (oorspronkelijk uit Syrië) gekoppeld aan collega Marjon. Toen Mohammed begon, was alles nieuw hier: de gewoontes, de regels en vooral de taal. “Voordat ik een taalbuddy had, was ik helemaal in de war,” vertelt hij.
Eén uur per week spraken Mohammed en Marjon Nederlands, bespraken ze de werkweek, de werkcultuur en de verschillen tussen Syrië en Nederland. Dat uur maakte een groot verschil: Mohammed sprak makkelijker Nederlands, begreep de werkcultuur beter en kreeg meer zelfvertrouwen. Ook Marjon kreeg er net zoveel voor terug: Mohammed bracht een frisse blik mee en ze vond het interessant om meer over de achtergrond van haar collega te weten te komen. Een goed voorbeeld van hoe je samen de werkvloer inclusiever maakt.