Overzicht van de 6 functies
Goede doelen kenmerken zich door de combinatie van twee dimensies: ze maken de samenleving beter én ze vormen de samenleving. In het model staan die twee dimensies ieder uitgesplitst naar drie functies. In onze uitgave ‘Wat maakt goede doelen onmisbaar voor onze samenleving’ wordt elke functie behandeld en geïllustreerd aan de hand van resultaten die goede doelen hebben bereikt.
Dimensie 1: Goede doelen maken de samenleving
Goede doelen maken de samenleving door het aankaarten en oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Hieronder vallen 3 functies:
![]() | Helpen en oplossen
• Directe hulp en noodhulp bieden | |
![]() | Innoveren en veranderen • Ontwikkelen van interventies • Problemen aanpakken waar (nog) geen oplossing voor is • Experimenteren en risico nemen waar nodig • Systeemveranderingen aanjagen |
![]() | Signaleren en agenderen • Luisteren naar wat er leeft in de samenleving • Stem geven aan wat niet gehoord wordt • De overheid uitdagen om verantwoordelijkheid te nemen | |
Dimensie 2: Goede doelen vormen de samenleving
Hieronder vallen eveneens 3 functies:
| Zingeving en voldoening • Samen met anderen werken aan een ideaal • De vrijheid hebben om je in te zetten voor wat jij belangrijk vindt • Goed gevoel van iets doen voor een ander | |
![]() | Sociale cohesie • Mensen (ook met verschillende achtergronden) bij elkaar brengen • Onderlinge betrokkenheid stimuleren binnen de eigen gemeenschap • Versterken van relaties tussen mensen en gemeenschappen in binnen en buitenland |
![]() | Veerkracht • Actief burgerschap aanmoedigen • Een zorgzame en betrokken samenleving versterken • Zelfredzaamheid stimuleren • Diversiteit aan oplossingen bij tegenslagen | |




