Goede Doelen Lezing 2024 door Lammert Kamphuis
Jaarlijks organiseert brancheorganisatie Goede Doelen Nederland de Goede Doelen Lezing waarin een inspirerende spreker zijn visie geeft op de betekenis van ‘goeddoen’ in onze samenleving, nu en in de toekomst.
Dit jaar werd de lezing gegeven door Lammert Kamphuis, filosoof en auteur. Na de lezing gingen onder leiding van journalist Frénk van der Linden, Rina Molenaar (directeur Woord en Daad), Maarten Hupkes (directeur Stichting De Buurt), Joris Thijssen (lid Tweede Kamer GroenLinks-PvdA) en Wytske Postma (lid Tweede Kamer NSC) in gesprek over de unieke en verbindende rol van goede doelen in een steeds meer gepolariseerde samenleving.
Van polarisatie naar verbinding
Frénk van der Linden opende de bijeenkomst met een oefening waarbij de aanwezigen elkaar tien seconden in de ogen moesten kijken, een zeldzaam lange tijd in het dagelijks leven. Dit diende als illustratie van hoe weinig aandacht we soms aan anderen geven.
Daarna volgde de lezing van Lammert Kamphuis, die de metafoor van de walvis en de bidsprinkhaankreeft gebruikte om twee verschillende manieren van kijken te illustreren. De prachtige kreeftachtige ziet de wereld, in tegenstelling tot de walvis, niet in zwart-wit, maar in meer kleuren dan de mens kent. Waar de walvis een zwart-witbenadering symboliseert zonder nuance, staat de bidsprinkhaankreeft voor het innemen van verschillende perspectieven. Kamphuis gebruikte deze vergelijking om de toenemende polarisatie in onze samenleving te schetsen, waarbij mensen elkaar steeds vaker reduceren tot voor- of tegenstanders. Dit werd bevestigd door een peiling onder de aanwezigen: 73% van de respondenten was het ermee eens dat de meningsverschillen in Nederland toenemen.
Een belangrijk onderdeel van zijn lezing was de oproep tot 'perspectivistische lenigheid': het vermogen om zaken vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Lammert Kamphuis citeerde hierbij Sophie Oluwole: “Wijsheid is de mogelijkheid om iets op een andere manier te zien.” Hij vindt dat goede doelen een essentiële schakel zijn in het vergroten van deze wijsheid binnen de samenleving. Hij gaf de goede doelen twee uitdagingen mee. Hij moedigde goede doelen aan om niet mee te gaan in de strijd om gelijk, maar in plaats daarvan waarde gedreven te opereren. Kamphuis pleitte voor het toepassen van de staalman-techniek in plaats van de stroman-techniek. Dit houdt in dat men actief zoekt naar overeenkomsten met anderen, zelfs bij meningsverschillen. Dit bevordert een constructieve dialoog en helpt om de kloof tussen verschillende standpunten te overbruggen. Daarnaast benadrukte hij de potentie van goede doelen om de samenleving te ‘ontbubbelen’ en mensen uit hun echokamers en filterbubbels te laten stijgen en daarmee mogelijkheden te scheppen om sociale netwerken kleurrijker te maken. "Wees je bewust van je unieke potentie om verbinding te maken tussen echokamers!" Kamphuis sloot zijn lezing af met een krachtige boodschap: het is essentieel dat we de kunst van het luisteren en begrijpen opnieuw omarmen en ons bevrijden van de drang om altijd gelijk te willen hebben. Alleen op die manier kunnen we werken aan een samenleving waarin verbinding en begrip voor elkaar centraal staan. "Als je met nieuwe ogen wil kijken, laten het in deze zwart-witte walvis-tijden dan de kleurgevoelige ogen van een bidsprinkhaankreeft zijn!", aldus Lammert Kamphuis.
Boris Dittrich: goede doelen zijn het cement van de samenleving
Het panelgesprek werd ingeleid door een interview met Boris Dittrich. Hij benadrukte dat luisteren naar elkaar en het zoeken naar verbinding essentieel zijn om tot gemeenschappelijke oplossingen te komen. “Goede doelen zijn het cement van de samenleving”, aldus Boris Dittrich. Hij stelde dat het juist deze organisaties zijn die mensen en bedrijven de kans geven zich ergens mee te identificeren en een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij. “Mijn politieke boodschap is duidelijk: we moeten goede doelen stimuleren, faciliteren en het hen zo makkelijk mogelijk maken om hun werk te doen,” voegde hij eraan toe. Ook vindt hij dat het maatschappelijk middenveld wel wat meer van zich mag laten horen, meer de straat op gaan. Als reactie vraagt Frénk van er Linden zich af: waarom is iedereen zo lief? Hij denkt zelf dat het komt doordat goede doelen goede manieren hebben. Boris Dittrich vindt dat goede doelen wat meer maatschappelijke alertheid mogen tonen.
Ontbubbelen en wederzijds begrip
De centrale vraag van het daarop volgende panelgesprek was welke rol goede doelen kunnen spelen in het tegengaan van polarisatie en het versterken van sociale cohesie. Rina Molenaar opende het gesprek met zelfreflectie: “Ik betrap mezelf erop dat ik vaak luister om de ander te overtuigen, en dat ik niet luister om de ander te begrijpen.” Maarten Hupkes benadrukte het belang van verbinding en sociale cohesie in plaats van polarisatie: “Zet je vooroordelen opzij en onderzoek of je beeld van de ander wel klopt.” Wytske Postma merkte op dat de focus vaak meer ligt op het gelijk krijgen dan op het vinden van gemeenschappelijke grond. Ze vergeleek dit met haar eerdere werk bij Stichting De Noordzee: “We gingen altijd op zoek naar de gemeenschappelijke deler. Wij leerden: de visser en het goede doel willen allebei hetzelfde: een gezonde zee vol vis.” Joris Thijssen voegde hieraan toe dat goede doelen actiever moeten zijn in de politieke arena en vanuit een gedeeld belang moeten praten. “Goede doelen mogen wel wat meer de elektrische tractoren starten en naar Den Haag komen.”
Tijdens het afsluitende gesprek werd duidelijk dat goede doelen een unieke positie hebben om de samenleving te ‘ontbubbelen’ en polarisatie tegen te gaan. Ze kunnen vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid mensen samenbrengen en werken aan wederzijds begrip. De panelleden riepen op om deze rol actief op te pakken en de stem van goede doelen krachtig te laten horen. Frénk van der Linden sloot af met een oproep om niet alleen de bidsprinkhaankreeft te zijn, maar ook de moed te hebben om buiten je eigen bubbel te treden en andere perspectieven serieus te nemen.